De Groeten van Ems
Over groeten die aankomen, ook als ze dat niet doen - een ploeidooi voor het doen van de groeten.
Over het groetje dat aankwam
Dit deel van mijn nieuwsbrief schreef ik als onderdeel van een schrijfcursus bij Eva Hoeke.
“En doe de groeten aan je vader,” zegt Frederieke, vlak voordat onze wegen zich op station Utrecht scheiden. Ik knik en steek een hand op. Klossend naar spoor 14 kauw ik nog wat na op dat groetje van net. Wat leuk eigenlijk. Die groet. Naar mijn vader. Mijn met-onbekend-tropisch-virus-getroffen vader. Vorige week was ik nog bij mijn ouders om wat gezelligheid te brengen, want ook de sfeer kon daar wel een oppepper gebruiken. Frederieke heeft hem toen in Frankrijk een paar dagen meegemaakt – van kennen is geen sprake.
Ik heb ‘de groeten doen’ nooit echt serieus genomen. Ze voelden altijd als een loos bijwoord in een gesprek. “Doe de groeten aan je moeder.”, “Zeg je broer even hallo van me.”. Een korte formaliteit zonder betekenis. Maar nu er echt iets op het spel staat, merk ik dat ik er niet zo makkelijk overheen stap. Sloffend over het perron blijf ik hangen bij het ritueel. Over hoe je je even naar iemand toe reikt, iemand die je misschien niet zelf spreekt, maar om wie je je op dat moment toch even bekommert.
Eigenlijk is de anatomie van een groet best vreemd. Je geeft een boodschap uit handen en vertrouwt erop dat die via een ander op de juiste plek belandt. Alsof je een brief zonder envelop verstuurt en hoopt dat iemand ‘m netjes overhandigt. Het is een wonder als die aankomt, en een mirakel als er ooit een wedergroet terugkomt. Ik kijk omhoog, mijn trein kan elk moment arriveren. Misschien zit de waarde van de groet ‘m dan wel niet zo in de bestemming, maar in de intentie.
Ik neem me voor deze groet wél door te geven. Maar eigenlijk is die nu ook al geslaagd. Ik voel de lucht bewegen, daar is mijn trein. Of mijn vader het hoort of niet, het maakt weinig uit. Frederieke heeft me laten weten dat ze om hem geeft. En zonder het misschien te beseffen, ook aan mij.
Drie Dingen Die… je iets leren over het belang van Oppervlakkig Contact
Een kwartier luisteren dat blijft hangen
Journalist Freek Schravesande reist door Nederland en ziet hoe het verdwijnen van contact met onbekenden, zoals bij de kassa of koffiehoek, bijdraagt aan segregatie en polarisatie. Want: wie elkaar niet meer ontmoet, kan zich de ander ook niet meer voorstellen. En dan is de stap naar zondebok snel gezet.🔗Een pleidooi voor het gesprekje van niks – NRC Vandaag (Spotify)
De wereld is niet zo kil als je denkt
We denken graag dat alles verruwt, dat er meer geweld is en minder aandacht voor elkaar. Maar dat blijkt keer op keer niet te kloppen. Het idee leeft – nu, twintig jaar geleden, vijftig jaar geleden – maar de cijfers vertellen iets anders.🔗 Wordt de samenleving asocialer? Of dénken mensen dat nu eenmaal altijd? (Volkskrant)
Reik even uit je bubbel
De groeten doen is misschien wel de simpelste manier om buiten je kringetje te treden. 🔗 Lees dit artikel uit de Volkskrant over het belang van oppervlakkigheid, de bibliotheek en andere manieren om je comfort zone uit te schuiven. Of neem eens een kijkje bij het 🔗 TikTok account van Anne Rodenburg die elke maand wel een manier uitprobeert om buiten haar comfort zone nieuwe mensen te ontmoeten, met verassende uitkomsten.
Gaat het wel goed met het groetje?
Iemand de groeten doen is jarenlang een beproefde manier geweest om aandacht te schenken aan mensen die net buiten je gebruikelijke kring vallen: een ouder van een vriend, een collega die je niet vaak spreekt, een verre kennis.
Voor de meeste mensen is die kring klein. Volgens de theorie van Dunbar kunnen we ons maar écht over zo’n zestig mensen bekommeren. Meer past er simpelweg niet in ons hoofd. En juist daarom is het groetje zo’n mooi gebruik. Het maakt die grens even vloeibaar – als water dat kortstondig over de rand klotst, zonder dat de ontvanger meteen in je inner circle belandt.
Waarom doe ik het dan niet vaker? Waarom geef ik ze niet gewoon door, die groeten?
Oké, het is niet de meest efficiënte vorm van communicatie. Een boodschap via iemand anders, voor iemand die er niet is, bedoeld voor een later moment (terwijl diegene er misschien op dat moment toch een beetje bij is). Dat voelt omslachtig, zeker nu we iedereen die we ooit zijn tegengekomen kunnen volgen op social media.
Maar goed, als we Dunbar mogen geloven, dan was het nooit de bedoeling dat we ons dagelijks bewust zijn van zóveel levens. Die vriend van een vriend op vakantie, die oude klasgenoot die verhuisd is, je tenniscoach die vanavond pasta maakt – ze staan te ver van ons af. En juist doordat we ze zien maar niet echt kennen, ontstaat er een vreemde vorm van onverschilligheid.
De verbinding daar voelt als kunstgras: glad, synthetisch, en altijd groener dan het echte leven. Door al dat gescroll lijkt het alsof iedereen meer vrienden heeft dan ik. Je vergeet haast dat er ook andere manieren zijn om met mensen in contact te blijven. Menselijker. Zachter. En soms is daar maar iets kleins voor nodig. Dus doe ze vooral, de groeten.
Krabbels over groeten
Als je er eenmaal op let, zie je het overal: hoe veelzijdig de groet eigenlijk is. Met ‘groeten’ bedoelen we van alles. Ik neem je mee.
Soms is het gewoon een manier om te laten weten: ik zie jou. Een knikje naar de overkant van de straat. Een ‘goedemorgen’ naar je buurvrouw. Toen ik van Wageningen naar Rotterdam verhuisde, werd me dat snel afgeleerd. In de Randstad groeten we niet. Waarom eigenlijk? Zou het iets met Dunbar te maken hebben? Die zegt dat je brein maar plek heeft voor zo’n zestig mensen. In een dorp met stadsrechten lukt het nog wel. Maar in de Pijp? Je zou er een dagtaak aan hebben.
In elk geval: 🔗 in dit artikel stelt oud-miss Nederland Rikkie Kollé voor dat iedereen tijdens het hardlopen hallo zou moeten zeggen. Lijkt me intens. Vooral in het Vondelpark. Maar goed, het ís een begin.
Dan heb je nog de ‘groeten vanuit’. Die sturen we als we ergens anders zijn dan normaal. Vroeger kwamen die via kaarten met vuurtorens of ansichten vol pastelkleurige steegjes. Ik prikte ze op het prikbord van mijn groene kinderkamer. Nu verschijnen ze in familieapps. Vakantie blijft hét moment om iets van je te laten horen. Of eigenlijk: om te laten weten dat je even ergens anders bent. Zonder dat je meteen meer hoeft te zeggen.
En dan is er nog de groet die ik het vaakst verstuur: ‘Met vriendelijke groet’. Onder een mail. Netjes en zakelijk. Maar als je ‘m naast al die andere soorten groeten legt, dan steekt hij er toch een beetje bleekjes bij af. Jammer eigenlijk, dat dat net de variant is die ik het meest gebruik.
Terwijl ik daar wat over zat te mijmeren – over de digitalisering van de groet – vroeg ik me af: als we nu iedereen direct kunnen bereiken, wat lijkt dan nog het meest op zo’n ouderwetse groet?
Terwijl ik daar wat over zat te mijmeren – over de digitalisering van de groet – vroeg ik me af: als we nu iedereen direct kunnen bereiken, wat komt dan nog het meest in de buurt van die ouderwetse groet?
Ik vroeg het in een poll. En wat bleek: het liken van een story. Dat voelt nog het meest als een moderne groet. Grappig eigenlijk. Want meestal doe ik dat met een emoji. Een hartje bijvoorbeeld. Geen woorden, geen uitleg. Gewoon dat ene gebaar. Net als een groet. Misschien is het soms precies genoeg.
Meer leesvoer over verbinding
Nog even over die bubbels
Blijkbaar zijn het vooral hoogopgeleiden die muurvast in hun bubbel zitten. We lijken steeds meer op elkaar, praten vooral met elkaar, en komen er niet meer uit. Als er één groep polariseert, dan zijn wij het.
🔗 Lees het artikel op De CorrespondentSchattig wetenschapsnieuwtje over de liefde
Als je denkt dat je op dezelfde golflengte zit als iemand, dan zit je er niet ver naast. Onze hersengolven synchroniseren als we iemand écht leuk vinden.
🔗 Bekijk het hier deze clip van HUMANOver daten, maar dan met regie in vrouwenhanden
Ik schreef eerder 🔗 deze post over de opkomst van de age-gap romance. Niet gek dat dat thema populairder wordt nu vrouwen vaker het script schrijven. Nieuw onderzoek laat zien: ook vrouwen daten graag jonger – net als mannen dus.Ben jij in een gesprek een gever of een nemer?
Na het lezen van deze Substack kijk ik anders naar mijn neiging om in gesprekken vooral vragen te stellen. Makkelijk, dacht ik altijd – ik hoef tenminste niks over mezelf te vertellen. Maar wat als die ander denkt: waarom vraagt zij eigenlijk niks terug?
🔗 Lees de post op Experimental History