Je groeit hier op het fietspad op. Je leert er opkomen voor jezelf, actie nemen, en af en toe een ander voorrang geven. Je wordt er volwassen en wordt er ook weer naartoe terug verbannen als je ogen te slecht worden om een auto te mogen besturen. Nergens is Nederland zo Nederlands als op dat rode asfalt tussen de witte lijnen. Het is niet zomaar een pad, maar een plek waar Nederlanders leren te navigeren tussen sociale verwachtingen, vrijheid, en rekening houden met anderen. Nu het fietspad aan het veranderen is, zijn we ontevreden. Maar wat als we moeten accepteren dat de enige constante op het fietspad juist is dat alles erop altijd in beweging is?
Het kan je niet ontgaan zijn: het is populair om met een elektrisch steuntje in de rug het fietspad op te gaan. De oorspronkelijke gebruikers voelen zich hierdoor gepasseerd. Persoonlijk ben ik elke dag weer blij (en lichtelijk overprikkeld) als mijn tijd op het asfalt erop zit. De lijnen, stoplichten, afzettingen, en mensen die zich óf heel veel óf niets van die omheiningen aantrekken maken elk ritje enerverend. Ondertussen sjezen de nieuwe koningen van het fietspad, de Fatbikers, me voorbij terwijl ik gekluisterd aan de rechterbaan achterblijf.
De Fatbike is het rebelse broertje van de chique e-bike, met z’n uiterlijk dat meer hint naar een motor dan naar een fiets. Zonder rijbewijs of helm op, trek je zo de weg op. Fatbikes veroorzaken niet alleen commotie door hun rijstijl en ongelukken, maar ook door hun excentrieke uiterlijk. De Designer Bags op wielen botsen lekker met de calvinistische harten van Nederlanders. Waarom zo’n duur apparaat, als een stalen ros het ook prima doet?
Waar e-bikes nog worden gepresenteerd als duurzaam alternatief voor auto’s (best ironisch, want nu gebruiken we elektriciteit voor iets dat we eeuwenlang zonder deden), nemen Fatbike-makers die moeite niet. Bij hen draait het om commercie, en net als hun berijders lijken ze het niet zo nauw te nemen met sociale conventies. Ze kopiëren elkaars designs zonder schaamte, en bij een helmwet hebben ze al een oplossing klaar: de Skinnybike, waarvoor geen helm nodig is.
De Fatbike zou vooral een pronkstuk zijn – een manier om je rijkdom te etaleren. De Groene Amsterdammer schreef onlangs over SUV’s als privéjets van de weg, en haalde een onderzoek van Alexander Eduards aan. Uit zijn psychografische studie bleek dat de kopers van deze symbolen van vrijheid en non-conformisme vaak gefrustreerde types zijn, die hun eigen verantwoordelijkheden niet na kunnen komen en dit compenseren met de aankoop van een Jeep of Audi. Ik ben benieuwd naar zo’n antropologisch onderzoek onder Fatbike-rijders. Als je de media moet geloven zullen zij ook wel wat te bewijzen hebben.
Een geschiedenis aan hysterie
De opkomst van de Fatbike en andere e-bikes lijkt het Nederlandse fietspad voorgoed te veranderen. Dat laat de hysterie eromheen je tenminste denken. Maar wat nou als ik je kan vertellen dat niets van dit fenomeen écht nieuw is voor het Nederlandse asfalt? Verkeershysterie blijkt net zo oud te zijn als het fietspad zelf.
Voor het NRC vergeleek Gijsbert van Es onlangs de huidige heisa rond de Fatbike met de ophef over de bromfiets in de jaren '60. Nog vóór de auto groots doorbrak, won de bromfiets toen aan populariteit. Hij maakte het verkeer ingewikkelder en veroorzaakte door zijn onvoorzichtige bestuurders veel ongelukken. Net als nu raakte de politiek geobsedeerd door de bromfiets. – mooi uitgelicht door van Es door na te tellen hoe vaak de woorden ‘bromfiets’ en ‘brommer’ vielen in de verkeersbegroting voor 1956: ruim zestig keer. Het had dus wel wat weg van de Fatbike-discussie van nu.
Erik van Lakerveld bracht afgelopen zomer in de Volkskrant zijn eigen vergelijking. Want ook aan het eind van de 19e eeuw kon het zo zijn dat je in het Vondelpark moest wegduiken voor rondscheurende jongens. Toen op hun vélocipède. Wegpiraten, werden ze genoemd, die fietsers op hun ‘hoge bi's’ – onhandige fietsen met veel te grote voorwielen. Net als de Fatbike was de vélocipède destijds niet voor iedereen betaalbaar; een arbeider moest er een half jaar voor werken. En natuurlijk: die fietsen zouden helemaal niet geschikt zijn voor meisjes.
Er was veel ophef rond zowel de bromfiets als de vélocipède, maar beide brachten hun berijders ook letterlijk en figuurlijk verder. De bromfiets was een belangrijke stap in de mobiliteit van Nederlanders voordat de auto echt opkwam. Aanvankelijk was de fiets vooral weggelegd voor aristocraten, maar toen het sociaal geaccepteerd werd dat vrouwen ook de weg op mochten, droeg dat bij aan hun emancipatie. Nieuwe vervoersmiddelen bieden de kans om de leefwereld van de berijder uit te breiden en verkleinen op een groter niveau de mobiliteitsongelijkheid ten opzichte van degenen die zich al vrij konden bewegen.

Nu hoor ik je denken: ‘‘Ga je nu echt beweren dat de Fatbike iets moois gaat brengen voor Nederlanders?’’. Nou, volgens Abdelkader Benali doet die dat al. In zijn essay in de Kanttekening verdedigt hij de Fatbike-rijders voor wie het vervoersmiddel een motor van vooruitgang is. Benali beschrijft hoe Amsterdam nog steeds behoorlijk gesegregeerd is en dat mobiliteit tussen wijken niet altijd vanzelfsprekend is, mede door een gebrekkig openbaar vervoer. Voor Nederlanders met Marokkaanse roots is fietsen bovendien vaak minder populair. Maar nu ziet hij Marokkaanse meisjes vrij door de stad racen op hun Fatbikes, een nieuwe generatie die de grenzen tussen wijken doorbreekt. Voor hen is de Fatbike een hip en snel middel om van A naar B te komen.
Nee, met deze interessante invalshoek is het Fatbike-debat nog niet opgelost. Maar ik hoop dat deze Substack je heeft laten zien dat als er één constante is op het fietspad, het wel is dat het altijd in beweging is. En dat we kunnen leren van waar eerdere uitvindingen (en hysterie) toe hebben geleid. Wie weet brengt de elektriciteit op het fietspad nog wel meer moois, net zoals de bromfiets en de fiets dat ooit deden.
Vooruit dan maar.
Fatbike rijders worden vaak over 1 kam geschoren. Toevallig heeft mijn vriend ook een fatbike, juist omdat die goedkoper is dan een ebike én omdat ik lekker achterop kan zitten en we zo cruisend door de natuur of de stad kunnen genieten. Een beetje zoals een scooter, maar dan niet zo snel of vervuilend. En zo is hij veel meer in beweging dan hij normaal zou kunnen vanwege fysieke klachten.