Jezelf en je schoenen aftrappen - de race om erbij te horen bij Rocycle
Het lijkt tegenwoordig normaal om het sportverenigingsleven achter je te laten zodra je volwassen wordt. In plaats daarvan boek je losse lesjes bij een van de vele sportboetieks die overal opduiken. Eenmaal binnen bij mijn vaste adresje, Rocycle, voelt het alsof je probeert mee te komen op een plek die erop lijkt te zijn ontworpen om je het gevoel te geven dat je achterloopt. Vanaf het moment dat je binnenstapt, voel je dat er een ‘in-the-know’ Rocycle-community is, en jij hoort daar duidelijk (nog) niet bij. Na tientallen lessen twijfel ik eigenlijk nog steeds aan mijn ‘lidmaatschap’ van de community.
Waarom? Ik denk dat dat komt omdat Rocycle’s community eigenlijk niet écht bestaat, maar alleen in de hoofden van de mensen die er wanhopig bij willen horen. Vanuit mijn werk in inclusie weet ik dat ons brein altijd op zoek is naar verbinding. Zodra er tekenen zijn van een groep waar je bij wilt horen, gaat je brein actief signalen oppikken: je herkent codes en probeert deze na te bootsen van de mensen die erbij lijken te horen. Alles in de hoop dat je ooit aan jezelf kunt toegeven dat je ook genoeg ‘in-the-know’ bent om jezelf onderdeel van de community te noemen.
Dat zette me aan het denken: hoe slim zou het zijn als je als merk, en als sportboetiek, die codes actief zou installeren? Ik neem je mee door een standaard Rocycle-les, van binnenkomst tot vertrek, want hoe meer je erover nadenkt, hoe bizarder de rituelen eigenlijk zijn.
Deze Substack is onderdeel van een tweeluik. In deel twee leg ik je uit wat voor processen er volgens mij achter de communitication van merken zit.
7.45 Je komt binnen en door de rij voor je snap je nog net dat je je moet melden bij de balie. Er is haast. Je probeert alvast te luisteren naar wat er van je gevraagd gaat worden. “Last name?” – Smit. “Your bike today is X. Shoe size?” Tip: vraag een maat groter dan je eigen maat, iets wat niemand je van tevoren uitlegt, maar wat je hoort van doorgewinterde riders.
7.48 Nu je bent ingecheckt, beleef je een stel ongemakkelijke minuten. Groepjes kletsen op de banken rond de Where To Eat in Amsterdam koffietafelboeken. Afgetrainde lichamen strekken nog even door of voor. Ohja, daar lopen mensen, daar zal dan wel de kleedkamer zijn. Eenmaal binnen, kijken schuchtere ogen je aan, alsof ze kunnen zien dat je nieuw bent. Inmiddels weet ik dat die schuchtere blikken niet echt verdwijnen. Het lijkt alsof oogcontact hier, wat normaal gesproken toch best wel eens tot begroeting zou kunnen leiden, helemaal geen aanwijzing geeft om contact te leggen.
7.52 Uit de kleedkamer gekomen, worstel je met je kluisje. Je moet concluderen dat je geen idee hebt welke code je hebt gebruikt om het op slot te doen.
7.53 “Last call!” hoor je, en je moet naar binnen. Heb je die ongemakkelijke spinschoenen al aan? Dan realiseer je je hoe suf je eruit moet zien: waggelend zoekend naar je spinstoel. Je vindt je fiets, per ongeluk helemaal vooraan of juist helemaal achteraan, waar je je afvraagt of je überhaupt iets gaat zien (zeker als je onder de 1.60m bent). Hoe stel je die fiets eigenlijk af? Met tegenzin steek je je hand op. Iedereen weet meteen: jij bent nieuw. Een studio-assistent schiet te hulp. Tijd om in te klikken.
7.57 “Do we have any first-timers?”. De instructeur vraagt het vrolijk, en jij steekt nerveus je hand op. Een daverend applaus volgt. ‘Welcome to the Rocycle community’. Het warme gevoel van welkom zijn verdwijnt snel de instructeur uitlegt dat er van jou iets anders verwacht wordt dan van de ervaren riders. Het licht gaat uit.
8.00 Over de les zelf: probeer het gewoon eens om te zien of het wat voor je is. Voor sommigen is het een 45 minuten durende ontsnapping aan de buitenwereld. De donkere zaal helpt: je kunt anoniem blijven, je volledig laten gaan, of het gebrek aan licht juist gebruiken om af en toe een pauze te nemen zonder dat de hele klas dat ziet. Voor mij begint, helaas, de race om erbij te horen pas echt als het licht uitgaat. Vanaf nu draait het niet meer om wat je eerder goed of fout deed, maar om hoe goed je de beat kan volgen. Echt meedoen en gecomplimenteerd worden door de instructeur om je ‘vibe’ – (mij één keer gelukt toen ik met drie anderen op de eerste rij zat) dát is waar het om draait.
8.20 De pyramid, een favoriet in bijna elke les, is een bekend moment. Je fietst figuurlijk ‘een berg’ op met af- en oplopende tellen. Dat wordt echter niet uitgelegd, en alleen de échte kenners weten precies wat te doen. Mis je de telling? Dan steek je letterlijk en figuurlijk je hoofd boven het maaiveld uit. Wat wél duidelijk wordt uitgelegd, is waar die berg voor staat: je angsten overwinnen, de beste versie van jezelf worden, over je break-up heenkomen – waar de instructeurs verrassend openhartig over vertellen.
8.40 Aan het eind van de les komt alles samen. Het maakt niet uit hoe snel je fiets afgesteld was, of je de juiste kleding aanhad, hoe goed de les ging, of je de instructeur kende. Het moment van stretching onthult pas écht of je ‘in-the-know’ bent.
Dit zijn de theorieën die ik in die seconden heb bedacht over waarom de klittenband race bij elke les ontstaat:
Snel, snel, snel: In de drukke levens van riders moet je na de les zo snel mogelijk door. Misschien krijg je er zelfs een kick van als anderen denken dat jij zo’n leven leidt.
Meedoen aan de efficiëntie: Jij hoeft niet snel weg, maar je draagt graag bij aan de algehele snelheid van de les. De schoenen moeten namelijk meteen in de bak bij de uitgang.
Iedereen doet het, dus jij ook: (Mijn reden.) En doet het óf met heel veel óf zonder veel gedachten.
Gronding: Misschien, dacht ik vorige week, zorgt het uitdoen van je schoenen voor een soort grounding, zodat je beter kunt balanceren tijdens het stretchen, misschien de ‘gezondste’ optie van mijn rijtje.
8.45 Het is voorbij. Je kan naar huis. Nu nog bedenken wat de code van je kluisje was