Reizen is een feest der herkenning geworden: Trippen in Las Vegas
In de Uber vanaf het vliegveld – slechts twintig minuten van de Strip – zag ik het allemaal aan me voorbijflitsen: een mini-Empire State, klein Venetië, de tweede Eiffeltoren, en daarnaast natuurlijk de iconische casino’s: Caesar’s Palace, The Mirage, en The Bellagio. Check, check, check. Las Vegas voelde precies zoals ik me had voorgesteld, en dat was op de een of andere manier best gek.
Het leek wel een déjà vu om echt aan te komen in een stad waar ik allang een duidelijk beeld van had. Ooit keek ik The Hangover (2009), toen ik eigenlijk nog net iets te jong was voor die losgeslagen avonturen die zogenaamd overal in Vegas op de loer liggen. Het zette voor mij alleen maar een vergrootglas op de mythe van deze plek.
Recentelijk keek ik de HBO-serie Hacks (tip!) over een vrouwelijke comedian met een residency in Vegas, die aan het einde van haar carrière een Gen Z-schrijfster inhuurt om haar grappen te redden. Op de voorgrond: twee hilarische vrouwen die elkaar niet kunnen uitstaan. Op de achtergrond: Vegas, in al haar glorie.
Dit is steeds gebruikelijker: we vormen al een beeld van een plek door de media die we consumeren, zonder er fysiek geweest te zijn. Elke bestemming ontwikkelt zich dus niet alleen in de echte wereld, maar ook in de collectieve verbeelding die films, series, en social media creëren. Een virtuele vorm van toerisme.
Waar je vroeger met een op Schiphol gekochte Lonely Planet in je rugzak op ontdekkingstocht ging zonder veel voorkennis, is dat nu bijna ondenkbaar. Sterker nog, we reizen juist massaal naar plekken die we al online hebben gezien en die status hebben gekregen door iconische films of Instagram-posts van vrienden. Wanneer je er uiteindelijk bent, leg je je eigen ervaring naast die verwachtingen. En als de media hun werk goed hebben gedaan, voelt het als thuiskomen in een warm bad.
Het idee dat we denken te weten hoe een plek is zonder er zelf ooit geweest te zijn, zie je ook bij gehypte evenementen. Zo ben ik bijvoorbeeld nooit op Lowlands of ADE geweest, maar door de overvloed aan posts van vrienden, influencers, merken en kritische meme-accounts heb ik het gevoel dat ik er alles van weet.

Nog zoiets: Halloween. Het is vandaag 31 oktober, en hier in Californië zijn de tuinen versierd met skeletten en LED-verlichting. Wat me opviel, was dat het als een feest van herkenning voelde. Maar wacht eens, ik heb toch nog nooit Halloween gevierd? Als kind ben ik nooit langs de deuren gegaan voor snoep, en de volwassen versie – (sexy) verkleed naar een feestje – heb ik ook nooit meegemaakt. Toch weet ik dankzij films als Mean Girls precies hoe Halloween eruitziet. Het werd in mijn hoofd zelfs lastig om te onderscheiden wat ik echt had meegemaakt en wat ik alleen op het scherm had gezien.
Er wordt al volop ingespeeld op dit fenomeen: via platforms als Virtual Vacation kun je complete stadstours maken, inclusief stoplichten en het geluid van wegwerkzaamheden. De Lonely Planet is imniddels ook 2024-proof en biedt tips voor de beste plekken om digitaal te verkennen. Ze vertellen onder andere dat je nu het Louvre voor 30 euro via een virtuele tour vanuit je woonkamer kunt beleven.
Doordat we denken te weten hoe veel plekken eruitzien, ruiken en voelen, ontstaat een illusie van alomtegenwoordigheid. Het is alsof het beeld van deze plekken is geglobaliseerd. Zo is Vegas niet alleen Vegas in Vegas, maar ook op elk scherm dat de stad toont. De wereld wordt hierdoor platter: meer mensen kunnen vanuit huis meegenieten van indrukwekkende locaties. En doordat reizen steeds betaalbaarder wordt, kunnen meer mensen die plekken daadwerkelijk bezoeken.
Maar of het wenselijk is om ons wereldbeeld te laten vormen door de media die we consumeren, blijft de vraag. Het beeld dat de media schetsen is vaak een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Niet elke hoek van Las Vegas is bijvoorbeeld spectaculair. Mijn Uberchauffeur Ernesto antwoordde op mijn vraag waarom hij in Vegas woonde met: ‘‘Believe it or not, it’s actually very quiet here’’. Hij woont ver van de Strip, in een rustige, gezinsvriendelijke buurt, ideaal om kinderen op te voeden.
Hoe plekken écht zijn, valt niet samen te vatten in series en posts die er juist op gericht zijn om de locatie te idealiseren. Parijs is hier een goed voorbeeld van. Al eeuwenlang wordt de stad verheerlijkt in de media, wat massale pelgrimstochten heeft veroorzaakt van mensen die dat perfecte Parijs willen zien. Maar wie er ooit is geweest, weet dat het naast schoonheid ook rauwe randjes heeft: afval op straat, diefstal, graffiti en dakloze mensen. Het fenomeen dat deze teleurstelling omschrijft, heet het Paris Syndrome. Het verwijst naar de cultuurshock die (vooral Japanse) toeristen ervaren wanneer hun hoge verwachtingen niet worden waargemaakt. De realiteit blijkt vaak een stuk minder romantisch.
Wat ik merk, is dat toeristen tegenwoordig steeds vaker op reis gaan met een verlangen naar herkenning in plaats van authenticiteit. Ten eerste wordt de bestemming al gekozen op basis van het onlinebeeld dat we ervan hebben. Eenmaal aangekomen zoeken mensen de plekken op die ze al eerder voorbij zagen komen, wat resulteert in enorme TikTok-rijen bij populaire spots. Of ze kiezen voor de ketens die ze van thuis kennen en belanden in een koffietent die overal ter wereld hetzelfde is. Kyle Chayka beschrijft dit fenomeen in Filterworld als The Generic Coffee Shop – een koffiezaak die qua interieur en sfeer uitwisselbaar is, of je nu in Amsterdam bent of in Seoul.
Reizen lijkt daarmee steeds meer op een feest der herkenning. In plaats van het onbekende écht te ontdekken, zoeken we de plekken op die we online hebben gezien. We verwachten een ervaring die lijkt op wat we alleen kennen van schermen, terwijl echte plekken veel complexer zijn dan fotogenieke plaatjes kunnen samenvatten. Het zou prachtig zijn als we de wereld weer buiten de filters durfden te ervaren, maar dat lijkt steeds moeilijker te worden.