Spreek jij al vloeiend emoji?🙃
Over hoe emoijs onze taal verzachten, verduidelijken en zelfs vervangen én een overzicht van welke Oscar-genomineerde film jij zou moeten zien.
Het moment is gekomen. Het is al uitgesteld, op z’n echte relevantie overwogen. Maar doe je het nu niet, dan raakt jullie gesprek weer overspoeld met andere groene balkjes. Dit is het moment van de waarheid, en jij gaat die brengen.
‘‘Voor mij komt woensdag eigenlijk beter uit’’.
De ene keer is het zoiets. De andere keer verzamel je de moed om te laten weten dat je het ergens niet helemaal mee eens bent. Dat je Tikkie nog betaald moet worden. Of zelfs bij iets simpels, zoals aangeven hoe laat je thuis bent.
En zo glijdt je hand naar dat ene hoekje van je toetsenbord, zorgvuldig ontworpen voor mensen zoals jij. Want ieder mens is wel een beetje zo, of kent situaties waarin ze van pas komen: de emoji’s, die met hun toevoeging je bericht hebben gered.
Taalkundige Vivien Waszink doopte de emoji ooit tot ‘taalkussentje’, en ik had het niet beter kunnen zeggen. Ze bieden een zachte landing voor woorden die anders hard, ongemakkelijk of te direct zouden kunnen overkomen. Een soort demping, nu gezichtsuitdrukkingen en intonatie ontbreken.
Het was een Amerikaan die in 1982 voor het eerst aan zijn collega’s voorstelde om met :) of :( hun berichten bij te zetten. Het was een Japanner die in 1999 het eerst emoij collectie maakte. Maar wij Nederlanders zijn al langer dol op taalkussentjes. Sterker nog: we hadden er al woorden voor, lang voordat de gele hoofdjes bestonden.
In haar essay voor de Boekenweek legt Paulien Cornelisse uit dat de Nederlandse spreektaal drijft op sfeermakers. Nederlanders vinden twee dingen belangrijk: gezelligheid en eerlijkheid. Daarmee ontstaat een spanningsveld: Als iets te eerlijk dreigt te worden, moet er gezelligheid bij. Maar als iets te gezellig wordt en ‘nep’ aanvoelt, is juist een vleugje eerlijkheid nodig.
Waar onze taal ons al een stukje op weg hielp, brengen emoji’s ons nu nog verder. Zo ver zelfs dat ze in rechtszaken als essentieel bewijs worden gezien. In de zaak tussen Justin Baldoni en Blake Lively stelde Baldoni’s advocaat dat een chatbericht, dat als bewijsmateriaal was ingebracht, verkeerd werd geïnterpreteerd omdat een ‘omgekeerde glimlach’-emoji ontbrak—deze had moeten aangeven dat het bericht sarcastisch was, waardoor de betekenis compleet veranderde. Ook worden managers tegenwoordig geadviseerd over het strategisch inzetten van smiley’s om empathischer over te komen.
Essentieel dus, die emoji’s. Ik keer onder dit stuk terug naar ze.
Oscar Nominatie Matrix
Ik ben nog geen cultuursnob, maar met een Cineville-pas en een score van 86% op de Volkskrant Cultuurtest voel ik me toch gekwalificeerd genoeg om de Oscar-genomineerde films die ik heb gezien in te delen.
High brow: Cultuur met een hoofdletter: intellectueel, verfijnd en elitair – maar ook ontoegankelijk en pretentieus.
Low brow: Cultuur die als volks, eenvoudig of zelfs plat wordt beschouwd – maar ook een brede aantrekkingskracht heeft en vermakelijk spektakel biedt.
Fascinating: De film intrigeert, het plot is gelaagd en vernieuwend. Maar door het optrekken van je wenkbrauwen kan je ook met koppijn de bioscoop uitlopen: wat heb je nou eigenlijk gezien? Toch blijven deze films wel hangen.
Entertaining: Vermaak staat centraal. Deze films zijn meeslepend, kijken makkelijk weg en sleuren je emotioneel mee.
Ik heb alle nominaties meegenomen, dus bijvoorbeeld ook ‘beste kostuumontwerp’, daarom zit Gladiator 2 er bijvoorbeeld in.
Welke moet je zien?
Ik deed het niet expres, maar mijn favorieten bleken een mooie mix uit alle vier de categorieën: films die niet te pretentieus zijn, maar wel gelaagd, intrigerend én vermakelijk. Mijn absolute favoriet is Sing Sing, maar kijk zeker ook Anora (de grote winnaar van de Oscars dit jaar) en I Am Not A Robot, de Nederlandse winnaar in de categorie korte film.
Emoij als verzet tegen het woordelijke
Naast een taalkussentje kunnen emoijs ook het hele beddengoed vervangen. Ze kunnen namelijk niet alleen onze zinnen bijstaan, maar zelfs volledig vervangen. Sinds je op WhatsApp kunt reageren met voorgestelde emoji’s, heeft mijn vader nauwelijks nog woordelijk op mij gereageerd, tenzij het uiterst nodig was.
Moet ik iemand een Tikkie sturen, dan doe ik dat het liefst met alleen emoji’s in de beschrijving. Maar dat kan dus niet in de Tikkie-app. Iets wat me al talloze keren is opgevallen. Vorige week legde ik uit wat technodeterminisme is, en dit voelt als een voorbeeld: de technologie bepaalt dat we, als we geld vragen, dat fatsoenlijk in woorden moeten overbrengen.
Nog zo’n technodeterministisch fenomeen: elke Instagram-post moet een caption hebben. Maar is dat eigenlijk wel een plek waar we iets woordelijk willen delen? En zo eindigt elke zorgvuldig uitgekozen foto (of dump) in een post met een haastig getypte caption van verzamelde emoji’s.
Toen ik in 2018 ging studeren, werd ik me er snel van bewust dat de plek waar ik opgroeide—tot dan toe een gegronde vertolking van wie ik was in mijn Instagram-bio—niet meer telde. Er was een nieuwe versie van mij ontstaan, en die heette Rotterdam. De bewustwording van mijn gespleten identiteit zakte weg, maar mijn interesse in bio’s bleef. Op de brakste dagen van het jaar bestudeerde ik die van anderen. Mijn jarenlange veldwerk wijst uit dat emoji’s daar ook de overhand hebben.
Je kunt dat lui noemen: dat we de moeite niet nemen om onszelf of onze posts woordelijk te beschrijven. Maar eigenlijk is de emoji een subtiele coup tegen het techno deterministische schrijven. In het echt communiceren we 80% van wat we willen zeggen met non verbale communicatie. In die zin is de emoji misschien wel een stille revolutie tegen de drang om alles in woorden te vangen.
Losse krabbels en aanraders over emoji’s, voor als je er nog niet klaar mee bent.
De vertaling van echte, complexe emoties naar pixelige plaatjes verloopt niet altijd even rechtlijnig. 🔗 Lees bijvoorbeeld dit artikel waarin Tobi Lakmaker zich druk maakt over het feit dat niemand ooit écht huilt en lacht tegelijkertijd, en toch is de ‘huil-lach’-emoji een van de populairste ooit.

Het hartje is als handgebaar en emoji wereldwijd overal te vinden—van je cappuccino tot je WhatsApp-gesprekken. 🔗 In dit NRC-artikel wordt zijn alomtegenwoordigheid heerlijk uitvoerig uitgelicht.
De originele smiley groeide uit tot een wereldwijd symbool, mede omdat niemand dacht dat zo’n simpel icoontje auteursrechtelijk beschermd hoefde te worden. 🔗 Te lezen in de Volkskrant.
Blijkbaar voelen we al sinds de overgang van handgeschreven brieven naar typmachines, de drang om tekst persoonlijker te maken. We willen iets beeldenders creëren naast woorden, en zo ontstonden de eerste emoji’s. Zie hieronder.
Oké, tijd om af te ronden. Maar ik ben benieuwd: welke emoji gebruik jij het meest? Zelf ga ik het vaakst voor de retroversie: de dubbele punt en de haakjesfunctie. Sinds ik heb moeten concluderen dat ik die om een vleugje nonchalance uit te stalen —want waarom de geëvolueerde emoji’s gebruiken als die uit de jaren 2000 nog prima werken?—vergelijk ik deze keuze steeds vaker met de comeback van bedrade oortjes ten tijde van de futuristische Airpods. 🔗 Lees hier hoe Highsnobiety die trend uitlicht.