Verbreed je friendzone
De vriendengroep als zegen en vloek van de Nederlandse agenda & huisfeestmentaliteit als sleutel om eruit te breken.
Begin juni. Laten we optimistisch inschatten dat zo’n tachtig procent van de komende vrijdag-, zaterdag- en zondagmiddagen zonnig zal zijn. Middagen die overgaan in gouden uurtjes waarin het leven zichzelf in warm licht zet, zonder dat je een zonnebril nodig hebt. Zullen we dan ook met onszelf afspreken dat we in die uren precies gaan doen waar we zin in hebben?
Ik wil meer zeggenschap over mijn agenda. Over die vrije uurtjes. Meer ruimte voor spontaniteit. Mijn vrienden zien, ja, maar ook plek houden voor nieuwe aanhakers. Want hoe vaak maak je nog echt een nieuwe vriend(in)? Na de reacties op deel één kreeg ik de indruk dat ik niet de enige ben die daar weer naar verlangt. Alsof we allemaal heimwee hebben naar de tijd waarin iemand op het schoolplein vroeg: ‘kan je vanmiddag spelen?’.
Vorige keer beschreef ik hoe je sociale leven na de ontzuiling je eigen verantwoordelijkheid is geworden. Waar vroeger georganiseerde ontmoetingen vanzelf kwamen via kerk, buurt of vereniging, ligt dat werk nu op je eigen bord. Voeg daar een cocktail van overgebleven calvinistische waarden aan toe — willen voldoen, presteren, nuttig zijn — en je hebt de perfecte basis voor de moderne datumprikkercultuur: als je vrij bent, zit je agenda al vol.
Zijn we daar gelukkig mee? Blijkbaar wel: Nederland prijkt steevast hoog in de lijstjes van gelukkigste landen ter wereld. Maar wat is geluk? Volgens recent Harvard-onderzoek is geluk vooral een bijproduct van de kwaliteit van je relaties. Een volle sociale agenda lijkt dus succes en geluk te beloven: een heerlijke illusie van geplande verbondenheid. Maar volgens mij speelt er iets anders. Ik neem je mee.
School, sport, studie, werk, kinderen. Het zijn vaste momenten waarop je mensen verzamelt. Die gedeelde ervaringen vormen de basis van vriendengroepen, het fundament van Nederlandse vriendschap. Buiten die periodes wordt toetreden lastig, want vriendengroepen werken vaak met een onbewust vol = vol-beleid. Nieuwe mensen houden we op afstand.

Ellie, een Amerikaanse vriendin, vroeg me na een paar ontmoetingen of wij eigenlijk wel vrienden konden worden. Waarom? Een Nederlandse oud-collega van haar vader had haar uitgelegd dat hij vijf échte vrienden had die hij in zijn jeugd had ontmoet. De rest noemde hij acquaintances.
Mijn wenkbrauw rees, maar moest ook toegeven: hoe open stond ik zelf nog voor nieuwe vriendschappen? Vrienden van vrienden had ik altijd vriendelijk behandeld, maar zonder nieuwsgierigheid. Die weerstand tegen mengen stamt misschien wel uit mijn studententijd bij een vereniging, waar je gewend raakte dat je paden met genoeg groepen kruisten, maar zelden écht vermengden.
Door het comfort van vertrouwde vriendengroepen ontsnappen we nauwelijks aan de bubbels die we zelf creëren. Elke keer dat je op de vraag of je vrijdag kunt direct antwoordt met ‘ik heb al plannen’, ontneem je jezelf de kans om nieuwe mensen te leren kennen en je vrienden diezelfde kans.

Volgens The Times is vriendschap vooral een kwestie van tijd. Wil je vrienden worden met iemand? Dan moet je daar gemiddeld negentig uur in investeren. Voor een goede, diepe vriendschap, een waarin je echt alles deelt, zijn tweehonderd uur nodig. Grote kans dat je daar nog niet aan zit met de meeste mensen in je leven. Dat zijn namelijk heel wat vrijdagavonden. Avonden waar je weinig ruimte voor hebt als je vastzit in een strak geplande agenda en gesloten vriendengroepen.
Precies dat verklaart volgens The Atlantic waarom eenzaamheid toeneemt. Niet het aantal vrienden is het probleem, maar het gebrek aan echte nabijheid. We hebben misschien genoeg mensen om ons heen, maar zien ze niet vaak en intensief genoeg om die diepere laag te bereiken. Denk aan hoe Nederland zich prijst om zijn geluksgevoel, maar tegelijk steeds vaker eenzaamheid aankruist in enquêtes.
Waarom mixen we zo weinig?
Op TikTok circuleren filmpjes waarin mensen zich voorstellen hoe hun verschillende vriendengroepen elkaar ontmoeten: pure kortsluiting. Perre van den Brink noemde het laatst in zijn podcast VSR nog als reden om niet te trouwen. Eerst dacht ik dat het probleem misschien lag in te veel gelegenheidsvriendschappen, maar het blijkt genuanceerder.
Volgens de social identity theory ontlenen we een deel van ons zelfbeeld aan de groepen waartoe we behoren. Verschillende groepen brengen verschillende versies van onszelf naar boven. Breng ze samen, en het risico op het multiple audience dilemma stijgt: ongemak over hoe die kanten botsen. Je vrienden van vroeger herinneren zich misschien jouw coolste versie, terwijl je collega’s (over wie je altijd zo enthousiast spreekt) in werkelijkheid best een beetje lame zijn. Je brein houdt niet van zulke confrontaties.

Wetenschappers zien nog iets anders: onze generatie mijdt sociale risico’s steeds meer. We laten liever geen schaamte of frictie toe. Voeg daaraan toe dat we door de swipecultuur van datingapps gewend zijn geraakt om mensen op een eerste indruk af te rekenen en je begrijpt waarom nieuwe verbindingen schaars blijven. Een eerste ontmoeting verloopt nu eenmaal vaker stroef dan soepel, en toch zijn we sneller dan ooit met oordelen.
Maar wie méér hele vriendschappen wil, zal tijd moeten investeren. In nieuwe mensen, en in de mensen die je al kent. Juist door te mengen ontstaat ruimte voor diepere verbondenheid. De ruimte waarin je geheimen veilig zijn, waarin vriendschap echt beklijft.
De oplossing? Die is eenvoudiger dan je denkt. Zie een uitnodiging niet als een blokkade in je agenda, maar als een kans om werelden samen te brengen. Wat als je vrienden niet afzonderlijk zag, maar samenbracht in één agendapunt?
De verloren kunst van het huisfeestje
Ellen Cushing schreef er een schitterend essay over: Americans need to party more. Ze pleit voor de terugkeer van het huisfeestje. Sinds 2003 is het aantal Amerikanen dat wekelijks een sociaal evenement bezoekt of organiseert met 35% gedaald. In Nederland zijn de cijfers niet veel rooskleuriger: volgens het Trimbos Instituut gaan jongeren minder uit dan voor corona, en het huisfeest — dat toen even floreerde — heeft sindsdien weer terrein verloren.
Waarom organiseert niemand iets? Volgens Cushing is het simpel: diffusion of responsibility. Iedereen wil een feestje, maar niemand neemt het initiatief. We verwachten dat ze spontaan ontstaan, als brandweerwagens die precies op tijd arriveren.

Cushings oproep is helder: creëer zelf de sociale wereld die je wilt. Intimiteit en verbondenheid ontstaan niet vanzelf. Ze vergen inzet. Inkopen, afwassen, opruimen. Stom is het ook dat de woningcrisis hier een rol speelt: in kleine huizen met gehorige muren nodig je minder snel mensen buiten je directe bubbel uit.
Maar juist op die avonden ontstaat de kruisbestuiving die we nodig hebben. Of je nu een bestaande vriend beter leert kennen, of iemand nieuws ontmoet. Laten we het huisfeestje daarom breder trekken. Naar avondjes, middagen, momenten die niet groot of ingewikkeld hoeven te zijn. Een picknick, een avondje voetbal kijken, een casual borrel zonder thema. Het kan allemaal.
Misschien gaat het niet eens om het feestje zelf, maar om de mentaliteit. Zie een agendapunt als een ontsnappingsluikje: een kans om nieuwe mensen uit te nodigen, groepen te mengen, terloopsheid toe te laten. Zo kweek je diepere, hele vriendschappen. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de mensen om je heen. Misschien is het tijd om de focus van de agenda terug te brengen naar wat er echt toe doet: de uitnodiging.
📌 Leestips
Lynn Berger schreef vorige week hoe de moderne mens steeds verder wordt teruggedreven in eenzaamheid, terwijl onze relaties met anderen juist bepalend zijn voor wie we zijn. We zijn onze relaties, zegt ze.

Enable 3rd party cookies or use another browser
Heerlijke TikTok-analyse over of het wel zo wenselijk is dat jonge mensen de pub hebben ingeruild voor de gym.
Soms denk ik dat wij Hollanders zo dol zijn op backpacken omdat het het enige moment is waarop je sociaal gezien compleet ongepland in gaat en dus echt tijd hebt om nieuwe mensen te ontmoeten. Ik schreef een serie Substacks over backpacken, die begon hier.
Aafke Romeijn hier op Substack over hoe het is om níét in een vriendengroep te zitten.
Doortje Smithuijsen hier op Substack over haar vriendgroepanxiety en over dat het blijkbaar wetenschappelijk bewezen is je nou eenmaal altijd het idee hebt dat anderen meer vrienden hebben dan jijzelf.
Een verfrissend ander geluid tussen al het gepraat over het belang van anderen: wat nou als je juist het gelukkigst bent als je alleen bent? Sanne van Rij schreef er een Substack over.
Een serie van Rosa Juffer over hoe je verbinding kunt zoeken buiten je eigen bubbel. Hier op Substack.
Ten slotte: Jessica Kuitenbrouwer schreef vorige week ook over het gebrek aan huisfeestjes onder jonge Randstedelingen (als co-host van de Havermelkelite podcast), met persoonlijke anekdotes over hoe zij opgroeide in een huisfeestjeshuishouden. Hier op Substack.
Heel interessant! Zelf houd ik één keer per maand een iedereen-is-welkom-diner om verschillende werelden (inclusief die van mijn vriend) te vermengen. Wat me opvalt: er komen relatief weinig mensen. Dus óf mensen hebben het te druk, óf ze hebben helemaal geen zin om met vreemde mensen te eten. Ben er nog niet helemaal over uit.
De laatste link werkt niet :)