
Ik zat op een plein in San Fransisco, nippend aan een cappuccino, toen mijn blik viel op twee mannen. Of beter gezegd: op één van hen. Hij had namelijk tijdens het hele gesprek een fietshelm op. Ik ving nog net de laatste woorden van hun gesprek op:
"Great meeting you… Yes, see you next time."
Wacht even. Die man had dus tijdens een eerste ontmoeting de hele tijd zijn helm op gehouden. What a day to be in the United States of America.
Nederland in de helmkramp
Fast forward naar Nederland, waar ons fietspad als cultureel erfgoed wordt beschouwd, maar tegelijkertijd flink aan het veranderen is. Sinds de opmars van allerlei gemotoriseerde fietsen, woedt er een hernieuwde discussie over de fietshelm. Moeten we ‘m verplichten?
Ha! Daar had ik je. Kromp je ook ineen bij het idee dat ik je serieus wilde overtuigen een fietshelm te dragen? Gefeliciteerd, je hebt deze ingeburgeringstest doorstaan. Voor de meeste Nederlanders knapt er iets als iemand begint over een verplichte fietshelm. Die kramp fascineert me mateloos.
In de kramp zitten betekent dat je je ogen het liefst stijf dichtknijpt om maar niet een behelmd Nederland in te hoeven beelden. Een wereld waarin we massaal met een helm op fietsen staat zo ver van ons af dat we de voors en tegens nauwelijks willen bespreken. Voor nu houden we het gewoon op ‘onhandig’ en ‘slecht voor ons kapsel’. Maar waarom schieten we eigenlijk zo in de kramp?

De feiten liegen er niet om
Nederlanders blijken liever van vervoermiddel te wisselen dan een helm te dragen. Dat weten we door de opkomst van e-bikes als VanMoofs en fatbikes na de helmverplichting op scooters in Amsterdam. Pas hierna konden e-bikes zich echt uitgroeien tot statussymbolen. Kunnen we daar niet uit leren dat een fietshelm verplichten ook kan leiden tot minder fietsgebruik?
Ondertussen stapelen de cijfers zich op. Het aantal fietsongevallen stijgt hard, voornamelijk door e-bikes. Onderzoek wijst uit dat als de helft van de Nederlanders een helm zou dragen, dit jaarlijks vijftig verkeersdoden en achthonderd gewonden zou kunnen voorkomen. Maar zelfs vóór de massale opkomst van e-bikes nam het aantal eenzijdige fietsongevallen al met 26 procent toe. Ook is 70 procent van de ernstig verkeersgewonden een fietser. Het snel veranderende fietspad heeft dus al veel te veel slachtoffers gemaakt.
Om toch stappen te zetten richting een verhelmiseerd fietspad kwam minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) met een alternatief plan: binnen tien jaar moet een kwart van de fietsers vrijwillig een helm dragen. Een subtielere aanpak, maar desalniettemin een die verder weg lijkt dan ooit. Maar nu steeds meer specialisten en instanties—zoals de ANWB en het Breininstituut—zich achter het idee scharen, komt de echte uitdaging: de Nederlander overtuigen. En dat belooft nog een lange rit te worden.
Waarom vinden we een helm zo ingewikkeld?
Volgens verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen ligt de kern van het probleem bij onze fietscultuur: fietsen zit zo diepgeworteld in de Nederlandse identiteit dat een helm voelt als een breuk met een oeroude traditie. Journalist Senay Boztas stelt dat het daarnaast draait om autonomie: een helm wordt niet alleen als overbodig beschouwd, maar ook als een inbreuk op onze persoonlijke vrijheid.
Tegelijkertijd is het hele debat over de fietshelm ontstaan omdat het fietspad simpelweg niet meer hetzelfde is. De manier waarop we fietsen is enorm veranderd—door bijvoorbeeld e-bikes en biro’s—en dat hebben we volledig aan onszelf te danken. Maar waar ons gedrag zich razendsnel aanpast, blijven onze hoofden achter. Dit fenomeen is niet nieuw: auto’s werden in de vorige eeuw steeds geavanceerder en sneller, maar het duurde decennia voordat gordels verplicht werden. Toen dat eenmaal zo was, was er lange tijd weerstand, totdat gewenning het won van koppigheid.
En dat is misschien wel het meest ironische van alles: in bepaalde contexten waarderen Nederlanders de helm al wél. Op de bouwplaats, op de skipiste—daar vinden we ‘m inmiddels volkomen logisch. Behelmd fietsen voelt nog altijd als een brug te ver, tenzij we het een andere naam geven. Noem het ‘wielrennen’, trek een strak latex pak aan, en ineens is de helm wél geaccepteerd. Het probleem lijkt dus minder te zitten in de helm zelf, en meer in de associatie met de gewone stadsfiets. Die moeten we dus aanpakken.
Niet verplichten, maar hoe dan wel?
De Denen
Deense marketeers hebben het al voor elkaar gekregen om hun landgenoten massaal aan de helm te krijgen. Niet door verplichting of vingertje wijzen, maar met humor. En die aanpak werkt. Inmiddels draagt de helft van de Deense volwassenen een fietshelm, en onder kinderen is dat zelfs 90%.

Virtue Signalling
De Denen zaten ooit net zo in de kramp als wij. Hun campagne werkte niet door dwang, maar door een slimme herschikking van associaties. Een helm verpest je kapsel? Misschien. Maar ben je echt zo ijdel dat je je veiligheid ervoor op het spel zet? Een helm is suf? Als ouder geef je toch het goede voorbeeld?
Dit is virtue signalling: het consumeren, dragen of kopen van producten die niet alleen functioneel zijn, maar ook een boodschap uitdragen over onze moraal. En laten we eerlijk zijn, Nederlanders zijn hier gek op. We doen van alles om te laten zien hoe bewust we zijn. We drinken massaal melkvervangers, sjouwen overal onze herbruikbare waterflessen mee naartoe en betalen extra voor een tas om plastic te vermijden.
De ironie van virtue signalling—en tegelijk de reden waarom het zo krachtig werkt—is dat het zich kan loszingen van de oorspronkelijke betekenis en uiteindelijk een statussymbool op zichzelf wordt. Wie eraan meedoet, straalt allang niet meer alleen morele superioriteit uit, maar vooral dat die in the know is.




Neem e-bikes: ooit gepositioneerd als duurzaam alternatief voor de auto, maar inmiddels een symbool van een bepaalde levensstijl die geen verdere marketing meer nodig heeft. Of misschien nog treffender: het ritueel van het meeslepen van je e-bike-batterij—een subtiele, maar niet te missen hint dat jij tot de mobiliteitselite behoort.
De fietshelm als statussymbool?
Als we een tipping point willen creëren in het overtuigen van Nederlanders om een fietshelm te dragen, moeten we virtue signalling zo inzetten dat de helm loskomt van zijn oorspronkelijke functie en een symbool wordt van iets groters. Je hoeft dan niet langer mensen te overtuigen van de helm zelf, maar alleen van de associatie die je eraan koppelt. En dát is een krachtige remedie in ons anti-helm verkrapte land.
Dat begint met een campagne zoals de Deense, die nieuwe associaties creëert. Pas die aan per doelgroep: voor ouderen en ouders draait het om veiligheid, voor jongeren om sportiviteit.
Mijn gok? Die behelmde Amerikaan uit het begin van dit stuk wilde vooral signaleren dat hij sportief genoeg was om zich op de fiets door de stad te bewegen—zijn helm als ultiem bewijs. Net zoals de e-bike-batterij inmiddels méér is dan een functioneel object, maar ook een subtiele verwijzing naar hoe en waar jij je beweegt. De fietshelm kan dezelfde transformatie ondergaan: niet alleen een veiligheidsmaatregel, maar een statement.
Los van de associatie met de fiets kan de helm ook een drager worden van andere signalen. Het is letterlijk een nieuw oppervlak waarop merken kunnen inspelen door luxe helmen uit te brengen, of waarop men zelf ruimte ziet voor zelfexpressie—zoals stickers op je Stanley Cup of logo’s en spreuken op je canvas tas.
Cruciaal voor die verandering is goed design. Stimuleer (en subsidieer) ontwerpers die stijlvolle, gewilde fietshelmen kunnen creëren. Want pas wanneer helmen futuristisch genoeg ogen om naadloos in onze consumptiecultuur te passen, kunnen ze echt doorbreken Laat dus een stel designers en branding creatives los op innovatieve helmconcepten—misschien een opvouwbaar model of een helm die óók als mandje dient? Net zoals RAINS de regenjas opnieuw heeft uitgevonden, moet er nu iemand opstaan om hetzelfde te doen voor de fietshelm.

Willen we vooruit, dan moeten we uit de kramp. Ontspan de spieren rond je ogen, die je net nog zo gefrustreerd samenkneep. Willen we écht een doorbraak, dan moeten we misschien maar inzien dat de helm niet het probleem is, maar onze koppige neiging om vast te houden aan oude gewoontes.
Want zoals Boztas al scherp opmerkte:
"En als je je echt zorgen maakt om ‘helmet hair’, is het dan misschien een idee om niet in een land te wonen waar het vaak hard waait en regent?"