Wat is jouw type (in letters)?
Een duik in lettertypes, Canva-cultuur en het gemak van generiek design.
Soms kijk ik met lichte jaloezie naar mensen die zich wijden aan een minuscuul stukje aarde. Mensen die niet het grote plaatje willen snappen, maar juist het kleine. De verkeerspsychologen. De vogelgeluidbiologen. De vrijetijdssociologen. Zij die zich specialiseren in een hoekje van de wereld waar de meesten overheen kijken, en dat hoekje vervolgens behandelen als een heiligdom.
Deze week zoom ik in op zo’n niche stukje aarde. Ik dompel me onder in de wereld van lettertypeontwerpers. Mensen die geloven dat niet alleen de woorden ertoe doen, maar ook de manier waarop ze eruitzien. Die beweren dat rondingen, hoeken en strepen niet alleen vormgeven, maar ook betekenis. Dat een font een boodschap niet alleen ondersteunt, maar transformeert.
De documentaire Helvetica (2007) is een liefdesbrief aan die overtuiging. Tachtig minutenlang kijk je naar ontwerpers die één lettertype beschouwen als het fundament van moderne communicatie. Ja, het is allemaal ontzettend overdreven. Maar heerlijk overdreven. De quotes zijn legendarisch (“Helvetica has the perfect push and pull in it’s letters”), de passie is aanstekelijk.
Typografie, zo leer je, is geen decor. Het is de hoofdrolspeler. Als designer ben je niet anders dan een casting director: kies je het verkeerde lettertype, dan raakt het verhaal uit balans. En Helvetica? Die kreeg in 2007 alle hoofdrollen. Het was het lettertype van neutraliteit, autoriteit, en… de toekomst. Het werd zo alomtegenwoordig dat het volgens een designer op lucht begon te lijken, omdat het overal om je heen aanwezig was.
Maar met zo’n grote aanwezigheid komt ook weerstand. In de documentaire durft één graphic designer Helvetica zelfs het lettertype van het kapitalisme te noemen. Te veilig, te glad, te saai. Toch werkte Helvetica zich de toekomst in. In 2011 gebruikten 15 van de 20 grootste retailers uit de Fortune 500 het voor hun merk identiteit. Ook in 2025 popt het lettertype nog steeds op. Op verkeersborden, kassabonnen of winkelruiten. Voor de oplettende lezer is het overal.
Drie Dingen Die… het waard zijn te consumeren
1. De zaak Baldoni & Lively, of toch iets groters?
Ik probeerde deze hele affaire zo ver mogelijk te vermijden. Ik had het al geparkeerd onder “waarschijnlijk gewoon een ruzie tussen twee imperfecte mensen”. Maar het ligt ingewikkelder. In de podcast Kroegpraat van Liesbeth Rasker legt Emma Curvers (love Curvers) haarfijn uit hoe smaadcampagnes, bots en zelfs conservatieve krachten zulke zaken beïnvloeden.
2. Straattaal als spiegel van onze samenleving
Vorige week schreef ik over hoe internettaal onze spreektaal binnensluipt. Niet iedereen is daar blij mee—veel mensen noemen het taalverloedering, in plaats van te erkennen dat taal leeft en verandert. 🔗 Taalwetenschapper Khalid Mourigh schreef een boek over hoe straattaal het Nederlands beïnvloedt, en legt in dit interview uit hoe het inmiddels iedereen bereikt, van stadswijken tot dorpsstraten.
3. Severance, Black Mirror meets bureaustoel
Nog een serie nodig? Open je laptop, maak voor een maandje Apple TV aan (het is het waard), en kijk Severance. De serie voelt als een extreem goed uitgewerkte Black Mirror-aflevering waarin je je identiteit kunt splitsen: één versie voor op werk, één voor buiten werk. De twee ‘jij’s’ weten niets van elkaar. Natuurlijk gaat dat mis. En voor je het weet zit je in een verknipt, meeslepend kantoor-thriller-cultverhaal. Heer-lijk.
De Helvetica-isering van design
Het nageslacht van Helvetica beheerst nog altijd de publieke ruimte. Broertjes en zusjes van dat originele minimalistische lettertype zijn overal terug te vinden. Strak, neutraal, clean, het is de standaard geworden. Of, zoals critici zouden zeggen: de sleur. Elk eigenwijs haakje of frivole krul wordt gladgestreken tot een uniforme eenvoud. Design is niet langer een creatief spel, maar lijkt steeds vaker een oefening in zelfbeheersing.
Is dat erg? Misschien niet. Maar opvallend is het wel: hoe verder we de toekomst in bewegen, hoe sterker minimalisme en futurisme met elkaar verweven raken. En die trend beperkt zich niet tot typografie. Het sijpelt door naar alles wat ontworpen wordt. Denk aan beige interieurs. Automodellen die steeds meer op elkaar gaan lijken, gladde apps en platte logo’s.
In de podcast Nicky at Night hoorde ik een verklaring die is blijven hangen. Volgens de host zijn de drijfveren van ontwerpers allang niet meer alleen esthetisch, maar vooral economisch. We leven in een laat-kapitalistisch tijdperk waarin alles, ook design, zo goedkoop en efficiënt mogelijk geproduceerd moet worden. Hoe generieker, hoe lager de kosten. Wat wij dus zien als ‘mooie eenvoud’, blijkt vaak gewoon: efficiëntie vermomd als stijl.
Hé, en jij?
Laten we landen op een wat aardsere plek, waar niet iedereen wild wordt van schreefjes, strakke lijnen of spatiëring. Zelf werd ik door Helvetica weer even teruggezogen in de wereld van design. Ik was ooit zo iemand die haar studie on hold zette om een jaarboek in InDesign te bouwen en Canva als creatieve speeltuin gebruikte. Tegenwoordig is die interesse wat weggezakt, maar het sluimert altijd op de achtergrond. Want wie ooit leert over de kracht van witruimte, kolomconstructies en zorgvuldig gekozen marges, houdt een stille liefde voor de esthetiek van design.
Maar hoeveel keuzevrijheid hebben wij eigenlijk, als gewone gebruiker? De vraag of wij het lettertype kiezen, of dat de technologie dat voor ons doet, is een klassiek staaltje techdeterminisme. Op veel apps wordt het voor je bepaald, maar in Word mag je zelf kiezen.

Grappig genoeg hebben we die keuzevrijheid grotendeels te danken aan Steve Jobs. Als student volgde hij een kalligrafiecursus – deels om zijn studie uit te stellen – en raakte gefascineerd door letters. Die liefde nam hij later mee naar Silicon Valley. Al vanaf de eerste Apple-computers kreeg je keuzemenu’s vol fonts. En wat Apple deed, werd natuurlijk allom overgenomen.
Of je er nou bewust over nadenkt of niet: alles wat je typt, in Word, WhatsApp of e-mail, verschijnt in een lettertype. En neem je de kracht van typografie net zo serieus als de ontwerpers in Helvetica, of als Sarah Hyndman, die in haar TEDx-talk vertelde dat ze nooit voor de tabaksindustrie zou kunnen werken vanwege haar kennis van lettertypes, dan besef je: wie niet mag kiezen, verliest controle over een deel van de boodschap.
Maar goed, hoe erg is dat eigenlijk? Is dit nou een groot genoeg probleem om over te filosoferen? Misschien niet. Want eerlijk is eerlijk, ook ik let lang niet altijd op welk lettertype ik gebruik. Deze tekst typ ik in Aptos, het standaardfont van Word. Tijdens mijn studie werd dat automatisch omgezet naar Times New Roman, het stugge uniform van de academie. En nu? Alles wat ik voor mijn werk schrijf, verschijnt in het lettertype van de huisstijl van mijn werk. Van tevoren bepaald. Keurig.

De Canva-i-cation van creativiteit
Misschien is het enige moment waarop we écht stilstaan bij lettertypes dat grijze gebied tussen opleiding en werk: het maken van je CV. Welk font laat zien wie jij bent? Wat voelt professioneel, maar toch eigen?
Maar ook daar, eerlijk is eerlijk, wordt steeds minder nagedacht. Dankzij templates. Ik heb ooit studenten getraind in hoe je het beste een CV maakt en geloof me: de meeste CV’s komen uit een handvol sjablonen. Eén klik, layout gekozen. Twee klikken, naam ingevuld. Drie klikken, klaar. Creativiteit, opgemaakt in standaardformaten.
Enable 3rd party cookies or use another browser
Toen Helvetica in 2007 uitkwam, eindigde de film met een voorspelling: design zou democratischer worden. Iedereen zou kunnen ontwerpen. En zo geschiedde. Dankzij platforms als Canva kan elke student zich de toekomst in manifesteren met een strak CV, elke start-up zelf een logo fabriceren, en elk koppel een geboortekaartje knutselen, zonder ooit Illustrator aan te raken.
Maar daar wringt het ook. Want hoe toegankelijker het wordt, hoe eenvormiger het resultaat. Hoe meer mensen ontwerpen zonder er écht om te geven, hoe vaker ze grijpen naar die ene veilige template. Die ene neutrale font. Leg je het ontwerp in handen van mensen die nooit nadachten over lettertypes, dan krijg je… een wereld vol aangepaste standaardontwerpen.
Een democratisering? Absoluut. Iedereen kan tegenwoordig ontwerpen. Maar dat betekent ook: iedereen doet het. En hoe toegankelijker het wordt, hoe eenvormiger het resultaat. Voor de puristen uit Helvetica is dat een nachtmerrie. Al zag je in 2007 de generieke toekomst ook al gloren. Toen design nog in de handen lag van specialisten en die massaal copy-paste deden met Helvetica.
Dus misschien is dat het wel: als professionals veilig werk leveren, het grote geld die veiligheid beloont, en wij, met onze laptops en Canva-accounts, vrolijk dezelfde templates aanklikken, dan is generiek design geen fout, maar gewoon de uitkomst van een collectieve voorkeur voor gemak.
Kijk & Leestips
(Voor wie nog niet klaar is met lettertypes)
- Helvetica, als je tot hier bent gekomen kunnen zij je al helemaal in de greep van lettertypes krijgen 🔗 Documentaire.
- 🔗 Ted talk over ‘The Power of Type’ van Sarah Hyndman over de kracht van lettertypes
- Tijdens CV-workshops moest ik altijd uitleggen dat je "proficient in Word en Canva" beter níét op je CV kunt zetten. Maar toen las ik dit artikel – geschreven vanuit de overtuiging dat dat wél een prestatie is – en ik zag het helemaal voor me:
🔗 I Cannot Begin to Tell You How Proficient I Am in Microsoft Word (New Yorker)
- Gebruik je Calibri, dan straal je vooral uit dat je een oude versie van Word hebt (of een laptop die al piept bij het openen van Chrome). Zou ik afraden. Maar: het lettertype werd wel ontworpen door een Nederlander.
🔗 De Nederlandse Calibri en het afscheid van Microsoft (Volkskrant)
- Comic Sans zou dyslectici helpen, maar brengt de rest van ons terug naar WordArt, Hyves-namen en PowerPoint-animaties waar we liever niet aan herinnerd worden. 🔗 Dit artikel duikt in de vraag hoe een onschuldig font uitgroeide tot het meest gehate ter wereld.
- Stel je moet eens écht kiezen: Avenir Next is mijn persoonlijke favoriet.
Opgepikt van het meest perfectionistische meisje van de klas. Want wie neemt nou de moeite om een standaarddocument om te zetten naar een font dat haar esthetiek reflecteert? Mijn hart maakt nog steeds een sprongetje als ik het ergens spot.
- 🔗 Deze TikTok-creator weet creatieve organisaties altijd messcherp te fileren (ik gok: omdat hij er zelf werkt). Dit keer moet Poppins eraan geloven—ooit fris en modern, inmiddels het lettertype van elke UX-pitch, start-up-website en merkstrategiepresentatie. Wedden dat je het vanaf nu ineens overal ziet?