Eindelijk een opvulling van je inbox waar je wel iets aan hebt en waarom weigert Gen Z hoofdletters te gebruiken?
Deze week over hoe ik jullie wil helpen via contentcuratie en hoe we ons verzetten tegen technodeterminisme—dit keer door de hoofdletter af te zweren.
Lieve lezer,
Allereerst: bedankt dat je een van mijn 85 subscribers bent. Dit rijkelijke aantal heb ik deze week bij elkaar gesprokkeld, en mijn hart maakt er een sprongetje door. Op naar de 100!
Met deze editie luid ik een nieuw hoofdstuk van mijn nieuwsbrief in. Ik ga meer cureren. Een trendy woord voor: je helpen navigeren door de informatie-jungle die het internet heet.
Onze social- en nieuwsfeeds worden steeds vaker gestuurd door algoritmes en AI. Ze bepalen wat we zien, luisteren of lezen, allemaal gebaseerd op onze data. Daaraan ontsnappen blijkt lastiger dan je denkt.
Want wie heeft er niet eens iets te lang naar een onbenullig filmpje gekeken om vervolgens doodgegooid te worden met varianten? Social media spelen hier slim op in: alles is zo ontworpen dat onze aandacht wordt gegijzeld en je blijft scrollen, blijft kijken, blijft hangen. Zoom je uit, dan valt op hoe chaotisch en eentonig alles aanvoelt. En dan hebben we het nog niet eens over de overweldigende hoeveelheid content. Er is zoveel te vinden—en ook zoveel goeds—maar je moet wel weten waar je moet zoeken. Ik help je daar graag bij.
Contentcuratie is een kleine rebellie tegen de dictatuur van de algoritmes, waarin we het aanbevelen van content weer zelf overnemen. Op Substack is het al groot: een manier om de ruis te filteren en weer écht iets van waarde te vinden. Ironisch genoeg hebben we dus, om weer grip op het internet te krijgen, soms een (menselijk) uitgestoken hand nodig. En laat ik er nou nét een handje van hebben om mijn adviezen op te dringen aan mijn inner circle. En daar hoor jij als abonnee natuurlijk bij!
In de praktijk ziet dat er ongeveer zo uit: zoals een museum kunst tentoonstelt, zet ik goede journalistiek en interessante actualiteit voor je klaar. Als een soort olifantenpaadje rechtstreeks naar verdieping en inhoud die wél de moeite waard is—voor als het leven weer eens in sneltreinvaart voorbijraast.
Naast de essays waarin ik me in één onderwerp duik, ga ik je dus ook content aanraden om door te nemen. Soms sluit het perfect aan bij het onderwerp. Soms is het iets totaal willekeurigs—want waarom zou ik je geen steengoede aflevering aanraden in een week waarin het over iets compleet anders gaat?
Dus, als iemand vraagt: hoe zit dat nou met Emmalotte en die nieuwsbrief? Dan kun je zeggen: "Ze schrijft over digitalisering en cultuur" maar ook vooral: "ze probeert je dat 25e uurtje op een dag dat je niet hebt—terug te geven in de 5 minuten leestijd van haar nieuwsbrief."
🔗 Hier lees je een artikel van Kyle Chayka, mijn techgoeroe, over de toekomst van online curators. (Betaalmuur – maar niet als je maar één keertje kijkt.)
Scoops v/d week
🔗 Waar we hier in de stad nog neerkijken op toeristen die nek aan nek in de rij staan voor een cruffin bij de zoveelste TikTok-bakker, is in LA de wachtrij zelf een attractie geworden. Of het nu gaat om je favoriete restaurant, een pop-up of een galerie, je ontkomt er niet aan. Volgens deze fotoreportage is de curiosity cue dé manier om gezien te worden en nieuwe mensen te ontmoeten. Los Angeles Times (Betaalmuur – maar niet als je maar één keertje kijkt.)
🔗 Deze Nederlandse korte film (22 minuten) ‘I’m Not a Robot’ is bekroond met een Oscar voor beste korte film en staat gewoon in dit artikel in The New Yorker. Het heeft een best interessant uitgangspunt: we moeten constant bewijzen dat we géén robot zijn, maar wat als je dat bewijs niet hebt? Als je dan toch iets van de Oscars wilt meepikken, is deze een lekker laagdrempelige instap – in tegenstelling tot The Brutalist, waar ik op een brakke zondag bijna vier uur aan vastzat. The New Yorker.
🔗 Deze aflevering van de Groene Amsterdammer belicht moderne guru’s en retreats op een manier die je niet vaak hoort. De methodes zijn vaak ondoorzichtig, een ratjetoe van verschillende stijlen – allesbehalve waterdicht. Voor sommigen werkt het, maar de one-size-fits-all-benadering kan ook schadelijk zijn: sommige mensen raken in psychose door urenlange meditatie, terwijl anderen alweer naar huis moeten op het moment dat hun trauma’s nét zijn opgerakeld. Spotify
Waarom wil Gen Z geen hoofdletters gebruiken?

We communiceren er online nogal op los. Maar hoe we dat doen, is vaak al voor ons bepaald. Op X communiceer je in maximaal 280 tekens, op Snapchat met beelden die vanzelf verdwijnen, en op Instagram deel je foto’s. Dat dit vooraf voor ons is vastgelegd, heeft iets technodeterministisch—een ingewikkelde term die betekent dat technologie de beslissingen neemt in plaats van wijzelf. Zoiets wordt opeens duidelijk als er zonder onze inspraak iets verandert, bijvoorbeeld wanneer alle apps ineens standaard in dark mode staan.

Interessant is hoe mensen zich daartegen kunnen verzetten—door bijvoorbeeld witte kaders te gebruiken zoals hierboven, Substack boven X te verkiezen, of handmatig apps weer terug te zetten naar een witte achtergrond. Ik begin hierbij een serietje waarin ik de trends in hoe wij communiceren uitdiep—die opvallend genoeg allemaal een anti-technodeterministisch tintje hebben. Deze week trap ik af met het verzet tegen de hoofdletter.
The Guardian beschrijft in dit artikel namelijk een volgende tegenbeweging, zoals vaker opgepakt door Gen Z. Waar autocorrect op je telefoon automatisch je taal controleert op hoofdletters, leestekens en correcte zinsopbouw, neemt Gen Z weer het heft in eigen handen. Volgens het artikel gebruiken jongeren steeds minder hoofdletters—zowel als een relaxtere manier van communiceren als een vorm van zelfexpressie.
Volgens The Guardian vindt mijn generatie hoofdletters ‘streng’ en ‘abrupt’. Social media manager Caitlin Jardine legt uit dat kleine letters een “kalme, vriendelijke” toon neerzetten die beter past bij de waarden van Generatie Z. “Lowercase is een manier om de autoriteit en rigiditeit van traditionele grammatica af te wijzen,” zegt Jardine. “Het creëert een gevoel van inclusiviteit en emotionele connectie.”
Maar volwassen worden betekent soms ook toegeven aan conventies. Op TikTok circuleren video’s waarin jongvolwassenen hun auto-kapitalisatie weer aanzetten als the ultimate sign of growing up. En in professionele of academische settings pakken veel Gen Z’ers de hoofdletters er dus braaf weer bij.
Ik snap de anti-hoofdletterbeweging wel. Taal evolueert, net als technologie. In plaats van een maandelijkse brief te sturen, zitten we nu continu met elkaar te chatten, zonder begin of eind. Waarom zou een zin in die chat dan wel formeel moeten beginnen en eindigen? De ‘punt’ achter een zin voelt in een chat al jaren als een extreem passief-agressief leesteken.
Ik zeg dit nu wel, maar typ zelf altijd netjes met hoofdletters, simpelweg omdat mijn autocorrect dat aanpast. Ik heb één vriend die die functie al zo lang ik hem ken uit heeft staan, en dat heb ik altijd irresistibly edgy gevonden. Het is écht zijn trademark geworden.
Of mensen het nu massaal uit hebben staan, of gewoon de caps lock vermijden, weet ik niet. Maar het gebruik is in ieder geval al zo trendy dat ook het album van het jaar, brat, zonder hoofdletter is uitgebracht. In de Amsterdamse horecascene zie ik het ook overal: alle écht hippe restaurants beginnen hun naam zonder hoofdletter.

Ik linkte dit niet per se aan deze internethype, maar moest meteen denken aan de activist bell hooks (ook genoemd in The Guardian-artikel), die ooit aan bod kwam in een sociologievak dat ik volgde. Zij schreef haar naam bewust zonder hoofdletters, als activisme tegen de centralisatie van het ego. Ze verzette zich ook tegen de kapitalisering van de Engelse ‘I’, die ze zag als een teken van overmatige zelfgerichtheid in de moderne maatschappij. Een interessante paradox, bleef ik maar denken, want telkens als ik weer een hip uithangbord zonder hoofdletter zag en naar binnen keek, waren dat niet per se plekken waar de ‘ik’ minder centraal stond—eerder het tegenovergestelde.
Internettaal manifesteert zich wel vaker in de materiële wereld. Zo hoorde ik mezelf laatst over zelfmoord praten als ‘unaliving’, een term die op TikTok is ontstaan om censuur op die app te omzeilen. Dit artikel van The Atlantic duikt dieper in hoe online taalgebruik ons denken en praten verandert.
Al schrijvende deed dit gebruik van mijn generatie me denken aan twee andere stukken waarin mensen proberen de mystiek achter Gen Z te begrijpen. Namelijk ons verval in, voor velen onbegrijpelijke, doses ironie via memes als copingsmechanisme - lees het hier in het NRC. En daarnaast onze neiging om alles cringe te vinden diep in ons leven verstrengeld zit - lees het hier in de Volkskrant.
Zo, dat was ‘m weer. Volgende keer duik ik in de wereld van emoij’s. Zie je nou in de tussentijd iets over emoij’s wat ik misschien mee kan nemen? Laat het me weten!
See ya.
goed verh — jk
Goed verhaal! Volgens mij is het niet gebruiken van hoofdletters al (heel) lang een ding en is het een indicatie van een soort stream of consciousness-manier van communiceren (zoals gesproken taal dat ook is). Hoofdletters en interpunctie blijven gereserveerd voor dingen waar je goed over na hebt gedacht.
Wat betreft emoji’s: doe eens ‘onderzoek’ in TikTok-commentsecties. Niet alleen is dit het grappigste stuk internet dat je gaat vinden, maar de manier waarop emoji-trends komen en gaan is fascinerend. De trends van dit jaar: 💀 kan écht niet meer, 🥀 is de nieuwe 💔 en er wordt zelfs gefluisterd over een ironische comeback van de Bas Smit/millennialemoji 😂, net als ook met 👍 is gebeurd. Ik heb laatst echt een half uur de de comments van deze TikTok zitten lezen en zou je dat onironisch aanraden: https://vm.tiktok.com/ZNdYQv6SK/